In 2050 niet meer afhankelijk zijn van aardgas voor de verwarming van woningen en gebouwen. Dat betekent dat er in 2050 7,5 miljoen woningen en 1 miljoen gebouwen goed geïsoleerd moeten zijn, met duurzame energiebronnen verwarmd moeten worden en dat er schone elektriciteit wordt gebruikt. Een ambitieuze doelstelling die nog ver weg klinkt. Het Wetsvoorstel gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) moet hieraan gaan bijdragen.
Tussen 20 juli en 14 september 2022 heeft de uitwerking van het wetsvoorstel ‘gemeentelijke instrumenten warmtetransitie’ ter consultatie gelegen. De Raad van State heeft op 30 november jl. een advies uitgebracht waarin om verduidelijkingen wordt gevraagd.
Per gebied de beste aanpak
De wet heeft als doel een juridisch instrument aan gemeentes te geven om de gebouwde omgeving te verduurzamen. Het voorstel regelt dat gemeenten een warmteprogramma vaststellen als basis voor de toekomstige warmtevoorziening. Dit warmteprogramma borduurt voort op de opgestelde Transitievisies Warmte en wordt uitgerold op wijkniveau. Hiervoor moeten gemeenten een afweging maken wat per gebied de beste aanpak is voor een duurzame warmtevoorziening, in plaats van aardgas. Het recht op gas wordt daarmee vervangen door een recht op warmte.
Naast de wijkgerichte aanpak is er ook het ‘individuele spoor’. Een gemeente kan met financierings- en ontzorgingsarrangementen gebouweigenaren stimuleren om verduurzamingsmaatregelen te nemen.
Stappenplan gemeente
Globaal worden de volgende punten uitgewerkt om te komen tot verduurzaming:
(1) Warmteprogramma Hierin wordt aangegeven hoeveel woningen en gebouwen verduurzaamd moeten worden en er moet onderzocht worden welke alternatieven er beschikbaar zijn.
(2) Uitvoeringsplan De omvang van het gebied en het alternatief voor gas worden bepaald en de maatregelen worden gekozen.
(3) Omgevingsplan Het vaststellen/wijzigen van het omgevingsplan is de juridisch bindende vertaling van het warmteprogramma en uitvoeringsplan.
Voor het warmteprogramma en het omgevingsplan gaat de uniforme voorbereidingsprocedure gelden. Hierdoor kunnen burgers, bedrijven en instellingen participeren. Het uitvoeringsplan is vormvrij. Belanghebbenden kunnen daardoor kenbaar maken dat een andere duurzame warmteoptie de voorkeur heeft boven de voorgestelde optie van de gemeente. Dit alternatief moet hetzelfde resultaat opleveren in termen van duurzaamheid. Om van het omgevingsplan tot een daadwerkelijke afkoppeling van het gas te komen is een redelijke termijn nodig. Het uitgangspunt is 8 jaar, maar dat kan per wijk verschillen. De gemeente moet een motivering geven voor de gekozen termijn.
Gasnetbeheerder
Een belangrijke speler is de gasnetbeheerder. Zij zijn door het afkoppelen van gas niet langer verplicht het gastransport in werking te hebben. De toekomstige verplichting voor de gasnetbeheerder is het beheren van het net, wat ook de verwijdering van het gasnetwerk kan inhouden.
Uitvoering in combinatie met bodemenergie
In het Advies op het Besluit gemeentelijke instrumenten warmtetransitie zijn een aantal uitvoeringsaspecten genoemd die voor uitdagingen zorgen:
Krapte van middelen en materialen
Uitvoeringskracht bij gemeentes
Verhouding tussen innovatie en bestaande infrastructuur
Bodemenergie vervult een belangrijke schakel in het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Dat geldt voor nieuwbouw én zeker ook voor de bestaande bouw met de levering van duurzame verwarming én koeling. Ook kan de techniek uitstekend gebruikt worden in combinatie met andere duurzame hulpbronnen, bijvoorbeeld geothermie, aquathermie en restwarmte etc. Branchevereniging Bodemenergie heeft met haar leden veel kennis opgebouwd en in de afgelopen 25 jaar heeft de techniek zich ontwikkeld tot een volwaardig alternatief voor conventionele verwarmings- en koeltechnieken in gebouwen en gebieden.
Meer informatie vindt u overzichtelijk bij elkaar in de whitepaper ‘Op bodemenergie kun je bouwen’.
Neem opslag in de bodem vroeg mee in uw warmteplannen
Het advies van de branche luidt om kennis over grootschalig gebruik van bodemenergie al vroeg in te zetten na het opstellen van de TVW. Dat bodemenergie op veel plekken inzetbaar is en op veel verschillende manieren, maakt warmte en koeling tot een groot deel van de oplossing in Nederland. Door middel van bodemenergie als bron voor warmtenetten, maar ook als individueel en als klein-collectief kan deze techniek in wijken bijdragen aan het opstellen van uitvoeringsplannen.
Binnen de branche is er heel veel informatie beschikbaar over de aandachtspunten en het opzetten van een business case. In het advies van de Raad van State wordt ook aangegeven dat expertise duidelijk toegankelijk moet zijn. De branchevereniging is een belangrijke spil als het gaat om het delen van expertise. Op de website is de ledenlijst te vinden, er bestaat een bodemenergie wiki en er zijn regelmatig kennisbijeenkomsten en met de mogelijkheid tot netwerken en om informatie uit te wisselen uitwisselen.
Meer weten?
Mocht u vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit artikel, dan nodigen wij u van harte uit contact op te nemen met de juridische werkgroep van Branchevereniging Bodemenergie via juridisch@bodemenergie.nl.
Lees het artikel op de website van Bodemenergie.nl
Download
Het Whitepaper: Bodemenergieplannen: wat, hoe, waar en waarom?
Krijg regie op de ondergrond en inzet van warmtebronnen Om de doelen van het Parijsakkoord te bereiken en gemeentes aardgasvrij te maken, is het essentieel om bodemenergie effectief te benutten. Een bodemenergieplan speelt een cruciale rol in het verduurzamen van wijken en biedt inzicht en richtlijnen, waardoor de transitie naar een energieneutrale gemeente wordt versneld. Het plan helpt ook bij het voorkomen van interferentie en overlapping van systemen in drukbevolkte gebieden. Lees meer in het whitepaper voor de volledige informatie over de kansen die bodemenergieplannen bieden. In het whitepaper wordt er inhoudelijk ingegaan op de volgende aspecten: 1. Bodemenergieplannen: wat, hoe, waar en waarom? 2. Wat is een bodemenergieplan? 3. Waar moet het plan minimaal aan voldoen? 4. Wie zijn er bij betrokken? 5. Wat zijn de werkbare beleidsregels? 6. Wanneer kiezen voor een bodemenergieplan? 7. Wat is de rol van de gemeente? 8. Welke koppelkansen en samenwerken?
Commentaires